Lasagne

Pel en snipper de ui en knoflook fijn. Snijd de selderij en wortels in fijne blokjes. Rasp de Parmezaanse kaas.

Doe de olijfolie in een grote pan of koekenpan op matig vuur. Voeg, als het verwarmd is, de uien, knoflook, selderij en wortels toe. Roerbak ongeveer 7 minuten tot de groenten zacht zijn en bruin beginnen te worden.

Voeg het gehakt toe, zet het vuur hoger en gebruik een houten lepel om het met de uien en knoflook te mengen. Breng op smaak met zout en blijf bakken tot er geen water meer over is en het vlees bruin is (ongeveer 10 minuten).

Giet er de rode wijn bij en laat die verdampen tot hij borrelt. Voeg dan de takjes rozemarijn en de tomatenpassata toe. Breng op smaak met zout en peper, breng aan de kook en zet het vuur dan laag tot middelhoog. Laat minstens 45 minuten sudderen.

Verwarm de oven voor op 200°C. Smelt voor de béchamel de boter in een grote steelpan op matig vuur. Roer er dan de bloem door, breng op smaak met peper (en eventueel nootmuskaat) en blijf nog 1 minuut roeren. Giet er langzaam de melk bij, onder voortdurend roeren, tot het bloemmengsel is opgelost. Verhoog het vuur tot middelhoog en blijf roeren tot het mengsel dikker wordt. Neem de pan van het vuur, voeg de helft van de geraspte Parmezaanse kaas toe en roer goed. Breng op smaak met zout.

Doe een beetje bechamel op de bodem van een grote ovenschaal. Bedek het met de eerste laag lasagnevellen. Doe er een laagje Bolognesesaus over, gevolgd door een flinke klodder bechamel en wat Parmezaan (bewaar het meeste voor de bovenkant). Herhaal dit tot alles opgebruikt is. Eindig met een laagje béchamel op de laatste lasagnevellen.

Bestrooi met Parmezaanse kaas, zet in de oven en bak 30 tot 40 minuten tot het oppervlak knapperig is. Laat de lasagne minstens 20 minuten rusten voor je hem opensnijdt.